Er zijn zoveel verschillende soorten hondenvoeding te koop, dat het moeilijk kan zijn te beslissen welk voer u uw hond het beste kunt aanbieden. Alsof het al niet moeilijk genoeg is een keuze te maken, hoort u van de een dat vers vlees het beste is, terwijl de ander zweert bij hondenbrokken. Belangrijk is dat u kijkt waar uw hond het beste op functioneert.
Alle biochemische processen die zich in het lichaam van uw hond afspelen, zijn afhankelijk van de stoffen die via de voeding het lichaam in komen. Het is dan ook niet moeilijk om u voor te stellen dat de voeding een belangrijke rol speel in de totale gezondheid van uw hond.
De kwaliteit van hondenvoer wordt in belangrijke mate bepaald door de samenstelling van grondstoffen en nutriënten, de biologische beschikbaarheid en verteerbaarheid, de energiedichtheid, de consistentie en het uiterlijk aanzien, de appreciatie door het dier en de houdbaarheid. De hoeveelheid geproduceerde ontlasting geeft een goede indicatie van de kwaliteit van het voer. Algemeen geldt dat de kwaliteit van hondenvoer beter is, wanneer de hond minder en stevige ontlasting produceert. Gezonde voeding zorgt daarnaast voor een mooie, glanzende vacht en vaak worden honden er levendiger van.
Voer van lagere kwaliteit is vaak goedkoper per kilogram, maar hier moet wel meer van gegeven worden. Hierdoor is het verschil in de kosten per maaltijd tussen goedkope en gezonde hondenvoeding vaak minder groot dan men verwacht. Honden die slechte voeding krijgen hebben een slechte vacht, veel en dunne ontlasting en zitten minder goed in hun vel. De meeste eigenaren val dit laatste al niet eens meer op. Wanneer zij echter overgaan op een kwalitatief goed hondenvoer, zien zij de hond opeens opleven.
Als u droogvoer kiest, let er dan speciaal op dat de drinkbak rond etenstijd voldoende water bevat. Hondenbrokken zijn namelijk vrij zout en wekken dus dorst op.
Droogvoer bevat weinig water en is daardoor lang houdbaar. Er zijn veel verschillende aanbieders van droogvoer voor honden. De verschillen in kwaliteit tussen verschillende merken hondenvoer zijn groot, omdat er geen degelijke wetgeving is op het gebied van kwaliteitseisen aan hondenvoeding.
Bepaalde fabrikanten van hondenvoer doen veel onderzoek en maken gebruik van hoogwaardige grondstoffen. Dit verklaart ook het prijsverschil tussen de goede hondenvoeding dat u bij de dierenarts of dierenspeciaalzaak kunt kopen, en het goedkope hondenvoer dat in de supermarkt te koop is. Enkele merken hondenvoeding die goed bekend staan, zijn Hills, Royal Canin, Eukanuba en Pro Plan.
Goedkope hondenbrokken bevatten vaak meer plantaardige eiwitten, die van lagere kwaliteit zijn. Daarnaast bevat goedkoop hondenvoer niet alle essentiële aminozuren in voldoende hoeveelheid, waardoor problemen kunnen ontstaan zoals extreem veel verharen, huidschilfers, jeuk en krabben. Omdat dit goedkope hondenvoer ook slecht verteerd wordt, heeft de hond een grotere hoeveelheid hondenbrokken nodig en produceert hij meer ontlasting.
Natvoer ofwel blikvoer bestaat voor 70 tot 90% uit water. Door de sterke geur heeft dit voer bij veel honden de voorkeur. Honden kunnen hier echter niet op kauwen, waardoor eerder tandsteen ontstaat. Het is daarom belangrijk natvoer af te wisselen met hondenbrokken of de hond andere mogelijkheden tot kauwen aan te bieden.
Er zijn tegenwoordig ook steeds meer commerciële aanbieders van vers vlees voor honden. Binnen de vers vlees hondenvoeding wordt onderscheid gemaakt tussen NRV (Natuurlijk Rauwe Voeding), BARF (Bones and Raw Food) en KVV (Kompleet Vers Vlees). Bij NRV worden hele prooidieren gevoerd en worden geen groenten toegevoegd. Bij BARF word het dieet samengesteld door toevoeging van verschillende voedingscomponenten (zoals spiervlees, orgaanvlees, botten en groenten) op basis van percentages. KVV is gemalen, ingevroren, kant en klaar hondenvoer en bevat dus geen herkenbare stukken vlees meer zoals bij BARF en NRV wel het geval is. Ook aan KVV hondenvoeding wordt groente toegevoegd.
Als verse hondenvoeding voor gezelschapsdieren mogen volgens de wet alleen vleesgrondstoffen worden gebruikt van een kwaliteit als zijnde geschikt voor humane consumptie. Vanwege het voor honden vrijwel altijd fataal verlopende Aujeszky-virus mag honden geen onverhitte, dierlijke varkensproducten worden gevoerd.
Het vereist veel werk de hond zelf klaargemaakt eten voor te zetten en vaak is het resultaat minder gezond dan commercieële hondenvoeding van goede kwaliteit. Een veel gemaakte fout is bijvoorbeeld dat de hond verkeerde verhoudingen van de mineralen calcium en fosfor binnenkrijgt. Dit kan resulteren in allerlei aandoeningen in de botten en gewrichten van uw hond. Als u toch zelf de voeding voor uw hond wilt samenstellen, verdiep u hier dan goed in en vraag eventueel advies aan uw dierenarts om zo mogelijk later optreden van voedingsgerelateerde problemen voor te kunnen zijn.
U doet er verstandig aan uw puppy tot de leeftijd van 6 maanden een speciaal puppyvoer te geven. Omdat puppies zo snel groeien, hebben ze meer behoefte aan eiwitten en calorieën in hun voeding. Na 6 maanden kan overgestapt worden op een tussenvorm, die minder energie bevat dan puppyvoer, maar nog wel de juiste verhouding voedingsstoffen bevat om een goede, evenwichtige botgroei te bewerkstelligen. De hond kan overgaan op een volwassen hondenvoer wanneer deze is uitgegroeid.
Vanaf de leeftijd van 6 à 7 jaar, kunt u overwegen over te stappen op hondenvoer voor de ‘senior’ hond. Deze hondenvoeding bevat minder energie, omdat oudere honden een lagere energiebehoefte hebben. Hierdoor kunt u voorkomen dat uw oudere hond te dik wordt.
Het meest voorkomende voedingsgerelateerde probleem bij de hond is overgewicht. Dat is niet zo vreemd, aangezien honden tegenwoordig nog zelden werken en ze vaak minder gelegenheid hebben zich te bewegen. Bovendien verwennen we onze honden graag. Overgewicht is echter een serieus probleem.
Ga uit van de gebruiksaanwijzing van de voedingsfabrikant. Denk er echter aan dat ras, temperament, leefstijl en individuele aanleg alle een rol spelen bij het bepalen van de ideale hoeveelheid hondenvoer. Het is daarom belangrijk dat u de hoeveelheid hondenvoeding die u geeft op de conditie van uw hond is afgestemd. Is uw hond te zwaar, geef dan wat minder voeding en vul het dieet aan met groenten zoals sperziebonen en worteltjes of fruit zoals aardbeien of appels (zonder klokhuis). Honden kunnen namelijk geen vezels verteren, maar deze aanvulling op het dieet stilt de honger wel. Onderstaande afbeelding kan u helpen te bepalen of het gewicht van uw hond in orde is.
Pas de hoeveelheid voeding aan op de conditie van uw hond.
Drachtige of zogende teven én honden die een hoge mate van activiteit moeten leveren hebben een hogere energiebehoefte en moeten dus meer calorieën binnenkrijgen. Ook daarop moet de hondenvoeding worden aangepast, door meer te geven of te kiezen voor een product met een hogere energiewaarde.
Bij een volwassen hond wordt de hondenvoeding over het algemeen over 2 maaltijden per dag verdeeld. In sommige gevallen kan het verstandig zijn de hoeveelheid hondenvoer te verdelen over 3 tot 4 keer per dag. Bijvoorbeeld wanneer uw hond een gevoelig maagdarm kanaal heeft.
Ook puppies krijgen vaker per dag te eten. In de leeftijd van 8 tot 12 weken krijgen pups 4 maaltijden per dag. Van 12 tot 24 weken krijgen ze 3 maaltijden per dag. En wanneer de pup ouder is dan 24 weken, kunt u overgaan op 2 maaltijden per dag.
Hondenvoer moet zijn samengesteld uit de volgende 6 groepen voedingsstoffen: water, koolhydraten, eiwitten, vetten, mineralen en vitaminen. En dat in de juiste verhoudingen en hoeveelheden. Hieronder volgt een korte uitleg van ieder van deze 6 groepen voedingsstoffen.
Water is nodig in het lichaam voor transport van voedingsstoffen naar weefsel, houdt de lichaamstemperatuur op peil en helpt bij de vertering van andere voedingsstoffen. Water is de meest essentiële voedingsstof om te kunnen overleven. Een hond sterft al bij verlies van 15% van de hoeveelheid water in het lichaam. Er moet altijd water voor de hond klaarstaan, maar als u droogvoer kiest let er dan speciaal op dat de waterbak rond etenstijd steeds vol is.
Koolhydraten zijn korte of langere ketens van suikers en kennen we als ‘snelle’ energieleveranciers. De snelste energieleverancier onder de koolhydraten is bekent onder de naam druivensuiker. Honden hebben koolhydraten niet echt nodig, omdat ze via hun eigen stofwisseling in staat zijn andere voedingsstoffen in bijvoorbeeld glucose om te zetten. Toch zijn koolhydraten goede energieleveranciers. Bovendien bevat voeding waarin natuurlijke koolhydraten zijn verwerkt voedingsvezels, die van belang zijn voor een goede darmwerking.
Eiwitten heeft de hond nodig als bouwstenen voor opbouw en herstel van veel weefsels zoals spieren, pezen, huid, haren en bloed. Ze zorgen samen met andere voedingsstoffen voor de vorming van enzymen en hormonen, die de stofwisseling regelen. Eiwitten zijn nodig bij de vorming van antistoffen, die helpen infecties te bestrijden en ze kunnen worden gebruikt om energie te leveren.
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen dierlijke eiwitten en plantaardige eiwitten. Plantaardige eiwitten zijn bijvoorbeeld afkomstig uit soja en zijn van mindere kwaliteit dan dierlijk eiwit, omdat niet alle essentiële aminozuren in de juiste hoeveelheid aanwezig zijn in plantaardige eiwitten. Bij een tekort aan eiwitten of eiwitten van mindere kwaliteit kunnen er problemen ontstaan bij de opbouw van weefsels, de stofwisseling en het afweermechanisme tegen ziekten. Dit kan zich uiten in slechte eetlust, slechte groei of zelfs vermagering en een slechte conditie van de vacht.
Vetten zijn eigenlijk de belangrijkste leverancier van energie. Vetten in de voeding voorzien uw hond van 2,25 maal meer calorieën per gewichtseenheid dan eiwit of koolhydraten. Een tekort aan essentiële vetzuren (omega-3 en omega-6 vetzuren) uit zich in huidbeschadigingen, een slechte conditie van de vacht en kan zelfs leiden tot voortplantingsproblemen. Daarnaast zijn vetten betrokken bij de absorptie, opslag en transport van de in vet oplosbare vitaminen (Vitamine A, D, E en K).
Mineralen vervullen vele functies in het lichaam. Zo zijn calcium en fosfor belangrijk voor het skelet en het gebit en zijn natrium en kalium belangrijk voor het regelen van de juiste vochtbalans. Ook zijn mineralen nauw betrokken bij de stofwisseling.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen macromineralen en micromineralen ofwel spoorelementen. De macromineralen moeten in grote hoeveelheden in de hondenvoeding aanwezig zijn: calcium, fosfor, magnesium, natrium, kalium, chloor, en zwavel. De micromineralen of spoorelementen moeten in veel mindere hoeveelheid in de voeding aanwezig zijn: ijzer, koper, zink, mangaan, molybdeen, selenium, kobalt en jodium. Andere spoorelementen die pas relatief recent zijn ontdekt zijn: fluor, chroom, nikkel, silicium, tin en vanadium. Over de functie van deze relatief nieuwe spoorelementen is nog maar weinig bekend.
Het is heel belangrijk dat de mineralen in de goede verhouding en in de juiste hoeveelheden in het hondenvoer aanwezig zijn. Bij een honden die bijvoorbeeld alleen maar spiervlees te eten krijgen, ontstaat een tekort aan calcium. Het lichaam zal calcium uit de botten halen, omdat het lichaam de calcium toch nodig heeft. Het skelet wordt ontkalkt, waardoor gemakkelijk botbreuken kunnen ontstaan. Dit wordt ‘all meat syndrome’ genoemd en is typisch een ziekte voor pups. Omdat tegenwoordig vaker gebruik wordt gemaakt van volledige hondenvoeding, komt dit steeds minder vaak voor. Een teveel aan calcium kan echter ook botproblemen opleveren.
Vitaminen spelen een heel belangrijke rol bij allerlei biochemische processen en kunnen door het lichaam niet aangemaakt worden. De dagelijkse behoefte aan vitamines is zeer gering en bedraagt vaak slechts enkele mg per dag. Algemeen geldt dat een tekort maar ook een overdaad aan vitaminen schadelijk kan zijn en op den duur de dood tot gevolg kan hebben.
Vetoplosbare vitaminen | Wateroplosbare vitaminen |
Vitamine A | Vitamine B1 (Thiamine) |
Vitamine D | Vitamine B2 (Riboflavine) |
Vitamine E | Nicotinezuur |
Vitamine K | Pantotheenzuur |
Vitamine B6 (Pyridoxine) | |
Biotine | |
Foliumzuur | |
Vitamine B12 (Cobalamine) | |
Vitamine C (Ascorbinezuur) | |
Choline |
Kwalitatief goede hondenvoeding is belangrijk voor de gezondheid, weerstand en fitheid van uw hond. Zeker wanneer uw hond nog in de groei is. Er zitten grote verschillen in kwaliteit van de verschillende hondenbrokken. De betere hondenvoeding koopt u bij de dierenarts of dierenspeciaalzaak. Gezond hondenvoer zorgt voor een mooie, glanzende vacht, minder en stevigere ontlasting en vaak worden honden er levendiger van.